Dolf Verroen: Zo sterk als een leeuw.

Samenvatting

Ik woon niet in een stad en niet in een dorp. Ik woon niet in een straat en niet in een flat. Ik woon heel ver weg in een bos. Als de zon schijnt is het heel mooi en licht in het bos. Maar in de nacht, als de maan schijnt, kan het er heel eng zijn. Op een nacht was het heel stil. Ik lag in bed en sliep, tot... Voor mijn bed stond een leeuw. Ik schrok me een aap, want ik zag dat hij erg boos was. Het was zo eng, dat ik haast uit mijn bed viel van angst. Help, riep ik. Niks er van, zei de leeuw. Help jij je zelf maar. Hij kwam naar me toe en ik... ik... Lees maar wat ik deed, want net als Jaap uit dit boek ben ik nog niet bang voor een muis. Ik ben zo sterk als een leeuw!

De bldzijden zijn iets verkleurd.