John Williams: Stoner
€ 3,00
Samenvatting
‘Een perfecte roman, zo prachtig verteld, zo schitterend geschreven en zo hartverscheurend dat hij je de adem beneemt’ The New York Times
‘Ik weet het niet,’ zei zijn vader. Zijn stem klonk schor en vermoeid. ‘Ik had niet gedacht dat het zo zou lopen. Ik dacht dat ik er goed aan had gedaan om je hierheen te sturen. Je moeder en ik hebben altijd ons uiterste best voor je gedaan.’
‘Dat weet ik,’ zei Stoner. Hij was niet langer in staat hen aan te kijken. ‘Redden jullie je wel? Ik zou deze zomer een poosje kunnen terugkeren en helpen. Ik zou...’
‘Als jij vindt dat je hier moet blijven en je boeken moet bestuderen, dan moet je dat doen. Je moeder en ik redden ons wel.’
Zijn moeder keek hem aan, maar zag hem niet. Ze had haar ogen dichtgeknepen. Ze ademde zwaar; haar gezicht vertrok alsof ze pijn had en haar tot vuisten samengeknepen handen waren tegen haar wangen gedrukt. Verbaasd besefte Stoner dat ze huilde, in zichzelf en zwijgend, beschaamd en verlegen als iemand die zelden huilt. Hij bleef haar nog even aankijken; toen hees hij zich moeizaam overeind en liep de woonkamer uit. Hij begaf zich naar de smalle trap die naar zijn zolderkamer leidde. In bed bleef hij lang wakker liggen en staarde met open ogen naar de duisternis boven hem.
William Stoner wordt aan het einde van de negentiende eeuw geboren als zoon van een arme boerenfamilie. Tot groot verdriet van zijn ouders kiest hij voor een carrière als docent Engels. Hij wijdt zijn leven aan de literatuur en aan de liefde – en faalt op beide fronten. Zijn huwelijk met een vrouw uit een gegoede familie vervreemdt hem verder van zijn ouders, zijn carrière verloopt moeizaam en zijn vrouw en dochter keren zich tegen hem. Een nieuwe liefdesrelatie wordt verbroken om een schandaal op de universiteit te voorkomen. Stoner sterft uiteindelijk in anonimiteit, zoals ook zijn hele leven zich in de marge heeft afgespeeld.
‘Ik weet het niet,’ zei zijn vader. Zijn stem klonk schor en vermoeid. ‘Ik had niet gedacht dat het zo zou lopen. Ik dacht dat ik er goed aan had gedaan om je hierheen te sturen. Je moeder en ik hebben altijd ons uiterste best voor je gedaan.’
‘Dat weet ik,’ zei Stoner. Hij was niet langer in staat hen aan te kijken. ‘Redden jullie je wel? Ik zou deze zomer een poosje kunnen terugkeren en helpen. Ik zou...’
‘Als jij vindt dat je hier moet blijven en je boeken moet bestuderen, dan moet je dat doen. Je moeder en ik redden ons wel.’
Zijn moeder keek hem aan, maar zag hem niet. Ze had haar ogen dichtgeknepen. Ze ademde zwaar; haar gezicht vertrok alsof ze pijn had en haar tot vuisten samengeknepen handen waren tegen haar wangen gedrukt. Verbaasd besefte Stoner dat ze huilde, in zichzelf en zwijgend, beschaamd en verlegen als iemand die zelden huilt. Hij bleef haar nog even aankijken; toen hees hij zich moeizaam overeind en liep de woonkamer uit. Hij begaf zich naar de smalle trap die naar zijn zolderkamer leidde. In bed bleef hij lang wakker liggen en staarde met open ogen naar de duisternis boven hem.
William Stoner wordt aan het einde van de negentiende eeuw geboren als zoon van een arme boerenfamilie. Tot groot verdriet van zijn ouders kiest hij voor een carrière als docent Engels. Hij wijdt zijn leven aan de literatuur en aan de liefde – en faalt op beide fronten. Zijn huwelijk met een vrouw uit een gegoede familie vervreemdt hem verder van zijn ouders, zijn carrière verloopt moeizaam en zijn vrouw en dochter keren zich tegen hem. Een nieuwe liefdesrelatie wordt verbroken om een schandaal op de universiteit te voorkomen. Stoner sterft uiteindelijk in anonimiteit, zoals ook zijn hele leven zich in de marge heeft afgespeeld.
Het boek is goed, lijkt niet te zijn gelezen.